Teken

TEKEN: HOE ZIT DAT PRECIES?

Teken zijn kleine spinachtige parasieten met acht poten. Teken verblijven voornamelijk in lage vegetatie, zoals struiken en grassen. Bij het voorbij lopen laten ze zich vallen en bijten ze zich vast in de huid. Ze vallen zowel mens als dier lastig door zich vast te hechten in de huid en daar bloed te zuigen. Hun naarste eigenschap is het feit dat ze ziekten kunnen overbrengen.

Levensfasen van de teek

De meest voorkomende teek in Nederland is de schapenteek. Teken kennen verschillende levensfasen, bij de schapenteek zijn dat er vier: ei, larve, nimf en daarna volwassen teek. De cyclus duurt drie tot vier jaar.

De eitjes komen in het voorjaar uit. De larven hebben nog maar zes pootjes en zijn zo groot als een speldenknop. Ze voeden zich meestal met bloed van kleine knagers, zoals vogels of muizen. Daarna gaan ze in rust om naar het volgende stadium over te gaan. In het najaar vervelt de larve en wordt een nimf, die na een bloedmaaltijd in rust gaat tot het volgende voorjaar. Ook ontwikkeld hij in rust een extra paar poten. Een nimf heeft allerlei gastheren, zoals verschillende vogels en zoogdieren.

Na de zomer verandert de nimf in een volwassen teek. Na de winterrust zal in het voorjaar gepaard worden. Om eitjes te kunnen leggen heeft een vrouwtjes teek bloed nodig (ook een mannelijke teek drinkt bloed). Na de paring bijten ze zich vast in de gastheer en zuigen zich vol met bloed. Volwassen teken voeden zich meestal met het bloed van grote zoogdieren. Ze kunnen 1mm tot 1cm groot worden en kleuren van zwart naar grijsbruin of roodbruin. Als de vrouwtjesteek volgezogen is laat ze zich vallen om ergens haar eitjes te leggen en dood te gaan. De eitjes komen het voorjaar daarop weer uit. Bij andere teeksoorten kan het zijn dat verschillende levensfasen op dezelfde gastheer plaatsvinden.

Een tekenbeet

Een beet gaat zelden gepaard met jeuk. Er kan wel een rode gezwollen plek ontstaan die na een paar dagen weg trekt. Helaas is een geïrriteerde plek niet het grootste probleem. Tijdens het zuigen van bloed kan een teek ziekteverwekkers opnemen of afgeven. Haal de teek binnen 24 uur van uw huisdier. Zo wordt de kans dat er ziekten worden overgedragen erg klein, maar er zijn gevallen bekend waarin ziekteverwekkers al binnen 18 uur zijn overgedragen.

Teek verwijderen

Het is een fabel dat u de teek voor verwijderen moet verdoven met alcohol of olie. Als u dit wel doet heeft u juist kans dat de teek overgeeft en ziekmakende stoffen overbrengt in het bloed. Knijp ook niet in het lichaam van de teek, maar verwijder hem rustig met een speciale tekentang. Na het verwijderen is het verstandig de wond te ontsmetten met 70% alcohol of jodium en het is verstandig een notitie te maken van de datum waarop u de teek verwijderd heeft.

Bescherming tegen teken

Er bestaan veel verschillende soorten middelen om tekenbeten zo goed mogelijk te voorkomen. Vraag op één van onze locaties wat de nieuwste en beste middelen op dit moment zijn. Let op: de middelen voor de hond zijn giftig voor katten.

Ziekten die door teken worden overgebracht

  1. Lyme disease (Borreliose)
  2. Autochtone Ehrlichios
  3. Autochtone Babesiose
  4. Anaplasmos
  5. Dubbele infecties

1. Lyme disease (Borreliose)

De ziekte van Lyme is een bekende ziekte die door de teek Ixodes ricinus (schapenteek) wordt overgebracht. De ziekte wordt veroorzaakt door een Borrelia bacterie. Met name pups die experimenteel besmet zijn met de ziekte van Lyme vertonen tijdelijk kreupelheid, en er zijn gevallen waarin een Borrelia infectie verband lijkt te houden met nierontsteking. Toch worden honden vaak niet ziek en zijn er nauwelijks of geen symptomen. Bij katten is de ziekte van Lyme zeldzaam. In experimenten is aangetoond dat ze het wel degelijk kunnen krijgen.

2. Autochtone Ehrlichiose

De Rhipicephalus Sanguineus teek (bruine hondenteek) die normaal alleen in het buitenland voorkwam, wordt met toenemende mate ook aangetroffen op de honden in Nederland. Door de import van honden en honden die mee op vakantie zijn geweest naar de VS, Zuid-Europa en subtropische landen, wordt deze teek sporadisch Nederland binnengebracht. Indien u uw hond mee neemt op vakantie, of als u een hond uit het buitenland hebt, meldt dit dan aan uw dierenarts. De teek kan verschillende bacteriën overdragen, zoals Ehrlichia canis.

Erlichiose is een serieuze ziekte waarbij de aanmaak van bloedcellen wordt onderdrukt, dit kunnen we zien bij een bloedonderzoek. Ehrlichiose geeft vage klachten die bij veel aandoeningen zouden kunnen passen. De behandeling van deze ziekte is sterk afhankelijk van de fase waarin de besmette hond zich bevindt. Katten kunnen ook Ehrlichiose krijgen, maar dit is wederom zeldzaam.

3. Autochtone Babesiose

De teek Dermacentor komt oorspronkelijk niet in Nederland voor. Door de grote import van buitenlandse hondjes en honden die mee op vakantie mogen is deze teek nu permanent in Nederland gevestigd. Deze teek kan de parasiet Babesia canis bij zich dragen. Dit is een ééncellig organisme (protozoön), dat via de tekenbeek in het bloed van de hond terecht kan komen. Eenmaal in de bloedbaan vermenigvuldigt hij zich in de rode bloedcellen, waardoor deze bloedcellen stuk gaan.

De eerste symptomen zijn sloomheid, minder eten en koorts. Daarna kan bloedarmoede en geelzucht ontstaan. Ook is er kans op beschadiging van de nieren en lever, en de urine kan ook roodbruin kleuren. Het tijdstip waarop deze symptomen verschijnen is meestal 10 tot 20 dagen na besmetting. Bij pups kan de ziekte plots heel heftig zijn en kan het dier zenuwverschijnselen krijgen, in shock raken en overlijden. Indien u uw hond mee neemt op vakantie, of als u een hond uit het buitenland hebt, meldt dit dan aan uw dierenarts. Er bestaat een vaccin tegen Babesiose. Helaas geeft dit nog geen volledige bescherming, maar de ziekteverschijnselen zijn na een vaccinatie minder heftig.

Bij paarden komt de ziekte ook voor, meer bekend onder de naam Piroplasmose. Dit wordt veroorzaakt door de parasieten Babesia caballi en Theileria equi (ook wel bekend als Babesia equi). Ook mensen met een verlaagde weerstand kunnen besmet worden.

4. Anaplasmose

Anaplasmose wordt overgebracht door de Ixodes ricinus teek (schapenteek), dezelfde teek die ziekte van Lyme kan overbrengen. Het is een minder bekende ziekte die nog niet lang in Nederland is vastgesteld. Anaplasmose wordt veroorzaakt door de bacterie Anaplasma phagocytophilum. Anaplasma phagocytophilum komt in heel Europa voor, dus ook in Nederland. Honden die positief testen op ziekte van Lyme, hebben mogelijk ook Anaplasma. Anaplasma platys komt in Zuid-Europa voor. De patiënt kan gelijktijdig besmet zijn met Babesiaen/of Ehrlichia canis. De ziekteverschijnselen kunnen koorts, niet eten, sloomheid, soms kreupelheid en daarnaast overgeven, diarree en bloedingen zijn. Ook is er een tekort aan bloedplaatjes. Om een diagnose te kunnen stellen is een bloedonderzoek nodig.

Bij katten komt anaplasmose minder voor. Ongeveer dezelfde verschijnselen zijn zichtbaar bij een besmetting. Ook paarden zijn vatbaar voor anaplasmose, met soortgelijke verschijnselen.

5. Dubbele infecties

Omdat deze ziekten door teken worden overgebracht, kunnen de dieren ook meerdere ziekten tegelijk krijgen. Het ziektebeeld wordt dan steeds minder duidelijk maar kan wel heftiger verlopen.

Teken en mensen

Tekenziekten bij mensen komen steeds vaker voor. Behandeling hiervan gaat vaak moeizaam of er is blijvende schade. Om mensen te beschermen tegen deze ziekten moeten de teken zich niet verder kunnen voortplanten. De enige manier om teken te bestrijden is via onze huisdieren. Behandel daarom uw dieren altijd met teek dodende middelen.