Gebit hond en kat

DE TANDEN VAN JE HUISDIER

Het gebit van de hond en kat wordt al gevormd in de baarmoeder. Alle tandkiemen worden dan al aangelegd. Een puppy of kitten wordt geboren zonder tanden. Na ongeveer 2 tot 4 weken na de geboorte worden de eerste tandjes zichtbaar. Op een leeftijd van circa 12-14 weken is het melkgebit doorgebroken.

Het wisselen van het melkgebit naar een blijvend gebit vindt tussen de 3 en 7 maanden plaats. Het is belangrijk regelmatig naar het gebit van uw hond of kat te kijken. Een wisselproces kan wel eens niet optimaal verlopen, bijvoorbeeld dubbele hoektanden kunnen voor blijvende scheefstand zorgen. Indien u het idee heeft dat het wisselproces niet juist verloopt, is het verstandig naar uw dierenarts te gaan. De dierenarts kan zien of het wisselproces een handje geholpen moet worden.

Hieronder een schema van het wisselproces:

Hond Melkgebit doorbraak Wisseltijdstip van melkgebit naar blijvend gebit
Snijtanden 3 to 4 weken 3 to 5 maanden
Hoektanden 3 to 5 weken 5 tot 7 maanden
Premolaren 4 tot 12 weken 4 tot 6 maanden
Molaren   4 tot 7 maanden
Kat Melkgebit doorbraak Wisseltijdstip van melkgebit naar blijvend gebit
Snijtanden 2 to 4 weken 3 to 4 maanden
Hoektanden 3 to 4 weken 5 tot 6 maanden
Premolaren 3 tot 6 weken 4 tot 6 maanden
Molaren   5 tot 6 maanden;

Honden en katten jonger dan 1,5 jaar hebben nog een open wortelpunt. Dit betekent dat de tand nog niet geheel vast staat in het gebit. Een breuk kan tot ernstige infecties leiden, daarom is het verstandig geen harde speeltjes of botten te geven aan een dier jonger dan 1,5 jaar.

Het benoemen van de tanden en kiezen

Iedere tand en kies in het gebit heeft een naam en een nummer. De namen zijn:

  • Snijtanden Incisivum
  • Hoektanden Caninum
  • Voorkiezen Premolaren;
  • Ware kiezen Molaren

Het gebit van de hond

Op de afbeelding ziet u de namen en nummers staan van het gebit van een hond.

Om het aantal tanden en kiezen overzichtelijk aan te geven gebruiken we een tandformule. De tandformule van de hond is:

3I, 1C, 4P, 2 M

3I, 1C, 4P, 3M

Incisivum wordt afgekort door de letter I, de caninum door de letter C, de premolaren door de letter P en de molaren door de letter M.

Boven de streep staan de tanden en kiezen van de bovenkaak, onder de streep staan de kiezen van de onderkaak. In een gebitsformule wordt de halve kaak aangegeven. U kunt op de afbeelding zien dat de bovenkaak 6 incisiva heeft. Aangezien er in de formule maar een half gebit aangegeven wordt, zijn het er dus 3. Doormiddel van de gebitsformule wordt het aantal tanden en kiezen overzichtelijk aangegeven.

Het gebit van de kat

Op de afbeelding ziet u de namen en nummers staan van het gebit van een hond.

De tandformule van de kat is:

3I, 1C, 3P, 1M

3I, 1C, 2P, 1M

Op de afbeelding hierboven ziet u de namen en nummers staan.

Gebitsproblemen bij de hond en kat

70% tot 80% van de honden en katten ouder dan 3 jaar heeft gebitsproblemen. Tandproblemen worden meestal veroorzaakt door tandplak. Tandplak is een laagje voedselresten en bacteriën dat zich vormt op het gebit. Tandplak kan makkelijk verwijderd worden door middel van tandenpoetsen.

Als tandplak niet verwijderd wordt kan er tandsteen ontstaan. Tandsteen ontstaat wanneer speeksel en sulcus vocht, dat hoge concentraties aan mineralen bevat, de tandplak op de tanden doet verkalken. Tandsteen wordt gevormd in minder dan 48uur na de aanzet van tandplak. Tandsteen kan niet verwijderd worden door middel van tandenpoetsen.

Gevolgen van tandplak en tandsteen kunnen zijn: o.a. gingivitis (tandvleesontsteking), terugtrekkend tandvlees en parodontitis (ontsteking van het kaakbot en de vezels die de tand/kies in het bot vasthouden). Parodontitis zorgt uit eindelijk voor definitief verlies van de tand of kies.

Gaatjes

Honden en katten kunnen ook gaatjes krijgen. Bij honden zitten die over het algemeen op het kauwvlak van de maalkiezen. We noemen dit tandcariës. Als de gaatjes te groot zijn moet de kies getrokken worden. Indien uw hond tandcariës heeft, is het verstandig snacks met suiker te vermijden.

Gaatjes bij katten zitten op een geheel andere plek, namelijk op de overgang van de tandkroon naar het tandvlees. We noemen dit FORL (Feline Odontoclastische Resorptieve Laesies). In de vorige eeuw werd gedacht dat het cariës was, dit klopt niet aangezien het proces van de glazuurbeschadiging niet overeenkomt met cariës. Als er op 1 tand of kies FORL geconstateerd wordt, zullen in de loop van de tijd steeds meer tanden en kiezen aangetast worden. De kiezen of tanden die aangetast zijn moeten getrokken worden.